De bovenstaande afbeelding toont een oefenstukje met zogenaamde Victoriaanse sets. Victoriaanse sets zijn series van halve knopen, steeds dezelfde helft. Toegepast in boogjes, heten ze ook wel Josephineboogjes.
Van links naar rechts, zie je:
Op de afbeelding heb ik consequent series van vijf halve knopen gebruikt. Je kan ook andere aantallen aanhouden. Probeer het zelf maar eens uit.
Een zigzagboogje maak je door eerst een serie van halve knopen met alleen de eerste helft van de dubbele knoop te werken, gevolgd door een serie met alleen de tweede helft. Dit maakt één keer zigzag. Denk eraan dat je dit effect alleen ziet op de naar jou gerichte kant van het werk.
De knoopjessteek (Engels: node stitch), zo genoemd door Elgiva Nicolls, is in essentie dezelfde steek, maar dan gezien vanaf de achterkant. Je maakt hem door eerst een serie halve knopen met daarin alléén de tweede helft van de dubble knoop, gevolgd door een serie halve knopen met alleen de eerste helft. Je krijgt zo een glad boogje, waarbij de zigzagjes eronder uitsteken alsof het knoopjes zijn. Dit effect zie je alleen aan de kant van het werk die naar jou is toe gericht. De achterkant is een zigzagboogje.
Om een koordje te maken, gebruik je alleen series halve knopen met steeds dezelfde helft van de dubble knoop, dus zonder af te wisselen. Na elke serie halve knopen haal je het spoeltje om de draad aan je linkerhand heen, in dezelfde richting als wanneer je een knoopje maakt, maar zonder ècht een knoopje te maken - dit is heel belangrijk! Zo krijg je een spiraaltje. Met alleen de eerste helft van de dubbele knoop draait dit spiraaltje rechtsom, met de tweede helft linksom.
Voor de stabiliteit is het het beste om een boogje met halve steken te beginnen en te eindigen met een dubbele knoop. Je kunt ook picots gebruiken. Ook dan begin je eerst met een dubbele knoop, maakt de picot , nog een dubbele knoop en dan weer verder met halve knopen.
In het voorbeeld heb ik de Victoriaanse sets in boogjes toegepast. Met wat oefening kun je ze ook gebruiken in ringetjes. Dat is iets moeilijker, maar nog steeds goed te doen.